Kunstnesten Zwijndrecht 20140508 Ren MaesHet gaat in Vlaanderen sedert de jaren ‘70 van de vorige eeuw niet goed met de huiszwaluwen. Een vaststelling die ook opgaat voor Zwijndrecht, Burcht en Antwerpen Linkeroever.

Voor velen zal het ongeloofwaardig overkomen dat Antwerpen Linkeroever in 1981 nog 123 huiszwaluwnesten telde. Tien jaar later was dit aantal reeds gehalveerd. In 1995 restten er nog 36.

Vermoedelijk was de populatie rond de eeuwwisseling uitgestorven. De dalende trend zette zich ook in de deelgemeente Zwijndrecht door, waar er in het begin van deze eeuw nog maar enkel tientallen koppels overbleven.

In 2010 startten Natuurpunt Waasland kern Zwijndrecht en de Milieuraad van Zwijndrecht een beschermings-actie. Wij boden de bevolking gratis kunstnestkasten die we enkel op plaatsen met een redelijke kans op succes tegen de huisgevels hingen.

Deze concentreerden zich in de buurt van de Heide- en Lindenstraat en de Neerstraat. Geruime tijd werden de bestaande natuurlijke nesten nog bezet in combinatie met de kunstnesten.

Huiszwaluwen gebruiken slijk om hun nesten te bouwen. Met het slinkend aantal slijkpoelen daalden ook het aantal natuurlijke nesten zienderogen. We stelden vast dat we de kunstnesten net op tijd plaatsten om een enorme populatiedaling af te remmen. Helaas, na 2013 ging het verder bergaf en sedert 2019 is de kolonie van de Heide- en Lindenstraat volledig verlaten.

De grootste concentratie broedende huiszwaluwen bevond zich steeds in kazerne Thoumsin te Burcht. In de eerste helft van de jaren ’90 waren er ongeveer 200 nesten. Door het niet toegankelijk zijn van de kazerne ontbreken de tellingen van de daaropvolgende 15 jaar. In 2010 konden we door toedoen van de gemeente Zwijndrecht en de militairen toch tachtig bewoonde natuurlijke nesten tellen. Dit aantal steeg de volgende jaren tot honderd in 2013.

In 2016-17 werden de dakgoten van de kazerne die betonrot vertoonden hersteld en werden er 84 kunstnesten voor de huiszwaluwen geplaatst. Daarvan werd de overgrote meerderheid in gebruik genomen zodat de populatie behoorlijk op peil bleef. Na de werken in 2018-19 werden er nog zestien kunstnesten bijgeplaatst, wat het totaal op honderd brengt.

De telling van 2019 was verontrustend met een daling van ruim een derde op een jaar tijd; of van tachtig naar 51 broedparen. Hopelijk is dit slechts een dipje van voorbijgaande aard en kan de populatie zich volgende jaren herpakken.

René Maes