De Polders van Kruibeke is een aaneengesloten natuurgebied van 650 ha afgebakend door twee dijken: de Scheldedijk en langs de dorpskernen, de Ringdijk. De inrichting als GOG (Gecontroleerd Overstromingsgebied) brengt veiligheid voor de bewoners. Daarnaast werd er gestreefd naar natuurontwikkeling ter compensatie van Deurganckdok en de uitdieping van de Schelde.
Vier kerngebieden vormen een heerlijk landschap
1. GGG (gecontroleerd gereduceerd getij) in Kruibeke
Ontwikkeling van slikken en schorren: een gigantische in- en uitwateringssluis zorgt ervoor dat er tweemaal per dag licht brak water het gebied in- en uitstroomt.
2. Weidevogelgebied in Bazel
Het beheer is gericht op vernatting en verarming van de grasmat door het trekken van grachtjes en kreekjes die in de toekomst moeten zorgen voor een open bloem- en kruidenrijk landschap.
Verarming gebeurt door lokale landbouwers (maaien en begrazing). In Bazel-Noord is er tevens een gereduceerd getij door twee in- en uitwateringssluizen.
3. Broekbossen met laagveen en kreken in Bazel en Rupelmonde
Dit is Europese topnatuur waarvan de instandhouding en opwaardering geregeld werd in een LIFE-project.
4. Het meest noordelijk gelegen Kortbroek bestaat uit een natuurlijke vijver, aangelegde visvijvers, vlonderpaadjes en wandelwegen. Het is speciaal ontwikkeld voor gezinsbeleving en scholen.
Geen gebrek aan natuur en biodiversiteit
Aan zoogdieren ontbreekt het hier niet. Zo is er sinds een vijftal jaren een mooie populatie reeën en bevers. De haas en zijn jongen laten zich sedert twee jaar terug zien. En drie jaar geleden werd voor het eerst otter in de broekbossen gespot. Ook hermelijn, bunzing en een redelijk aantal soorten vleermuizen vertoeven in onze polders.
Talloze riet- en moerasvogels zoals blauwborst, rietzanger, rietgors en Cetti’s zanger komen talrijk voor. Sporadisch broeden wielewaal en gekraagde roodstaart, maar ook kleine bonte specht wordt waargenomen.
Roofvogels zoals buizerd, torenvalk, wespendief, en zelfs havik broeden er. Boomvalk, visarend, bruine- en blauwe kiekendief bezoeken het gebied regelmatig. ’s Nachts zijn vooral bosuil, ransuil en kerkuil van dienst. Het sinusmaaibeheer van open graslanden levert een redelijke schare aan vlinders en libellen. In de komende jaren zullen nog meer beheermaatregelen nodig zijn.
Een visvriendelijke stuw zet de poort open voor vismigratie vanuit de Schelde naar het broekbos en de kreken. Hier vinden we soorten zoals rietvoorn, blankvoorn, snoek, kleine modderkruiper e.d.
Wandelen, fietsen en genieten à volonté
Autovrije bestrating in het gebied en de jaagpaden op de dijken zorgen voor kilometers lange wandel- en fietspaden, die ook voor mindervaliden toegankelijk zijn. Ook lopen er door de meer kwetsbare delen van het natuurgebied vier onverharde wandelwegen: het Tilleken Tangpad langs de Kruibeekse kreek, het Schoutenhofpad door bos, het Donkpad langs de bossen van de Bazelse donk en het Beverpad aan de Rupelmondse kreek dat je langs het Karperhuisje en Coninckshofke brengt.
Regelmatig vind je op je pad tijdcapsules die je informeren over het gebied, kijkwanden en rustbanken. Over de slenk van de Barbierbeek loopt een fietsvrij vlonderpad van meer dan 50m lang.
Een ding is zeker, het is het hele jaar door heerlijk toeven in de Polders van Kruibeke. Je kan er mateloos genieten, wandelen en fietsen in een heerlijk rustgevend topnatuurgebied.
Gilbert Smet